Als je de lijst van onderwerpen ziet die in deze cursus worden behandeld zul je misschien onderwerpen missen die je normaal gesproken in sterrenkundecursussen tegenkomt. Te denken valt aan de geschiedenis en toekomst van het sterrenkundig onderzoek, ruimtevaart, telescopen en sterrenwachten, en bijvoorbeeld de kosmologie: Oerknal en uitdijend heelal, donkere materie, donkere energie. De kosmologie komt wel aan bod overigens, maar in de gastles door prof.dr. Henny Lamers.
Dit soort onderwerpen moest wijken om meer tot de kern van de sterrenkunde te kunnen gaan. Zo zie je dat de inleiding, met onder andere hemelmechanica, vier lessen inneemt. Het zonnestelsel wordt in drie lessen behandeld, in drie andere (waaronder de gastles van prof.dr. Ed van den Heuvel) gaat het over de zon en andere sterren. Op die manier krijg je echt dat fundament waarop je zelf verder kunt bouwen!
Met enige basiskennis en -begrip van de natuurkunde is de cursus beter te volgen.
Een van de unieke aspecten aan deze cursus is dat twee professionele astronomen van naam ook meedoen: prof.dr. Ed van den Heuvel en prof.dr. Henny Lamers. Deze lessen zijn niet verrekend in het cursusgeld, dus het cursusbedrag verandert niet als een van de professoren onverhoopt niet kan...
In deze basiscursus worden zaken als de Oerknal, donkere materie en donkere energie niet behandeld, omdat zelfs tien lessen een beprerking hebben en omdat het belangrijk is om eerst die basis goed te hebben. Vandaar dat daarover speciale extra les komt, door prof. Henny Lamers, emeritus hoogleraar astronomie en ruimteonderzoek aan de universiteiten van Utrecht en Amsterdam. De laatste jaren doet hij onderzoek met de Hubble Space Telescope naar sterhopen en botsende melkwegstelsels. Verder geeft hij zeer veel publiekslezingen. Hier is zijn website.
Prof. Ed van den Heuvel geeft de andere speciale les, over zijn favoriete onderwerp: sterren, en dan vooral de eindstadia daarvan: neutronensterren en zwarte gaten; en vooral als die botsen en gravitatiegolven opleveren! Hij is emeritus hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en werd vooral bekend door zijn werk op het gebied van vorming en evolutie van neutronensterren, zwarte gaten en witte dwergen in dubbelsterren en op het gebied van gammaflitsen. Hij was dertig jaar lang directeur van het Sterrenkundig Instituut 'Anton Pannekoek' en doet momenteel onderzoek aan zware sterren. In deze les zullen ook zwaartekrachtgolven en hun betekenis voor de sterrenkunde (zwarte gaten en neutronensterren) aan bod komen.
Een kort stukje over de beide heren, die mij steeds weer enthousiast helpen met allerlei cursussen en evenementen die ik organiseer. Een ding wil wel toevoegen: het zijn beiden zeer aardige mannen!
Prof. dr. Ed van den Heuvel is een astronoom van wereldfaam, die maar liefst 30 jaar lang directeur was van het Sterrenkundig Instituut van de UvA. Op hoge leeftijd is hij nog altijd actief sterrenkundige, en hij bracht in 2023 nog met een veel jongere collega een nieuw standaardwerk uit, Physics of Binary Star Evolution: From Stars to X-ray Binaries and Gravitational Wave Sources, dat nu in alle universitaire bibliotheken zal liggen. Hij blijft zich verwonderen en is ondanks alles wat hij heeft bereikt en bewerkstelligd erg bescheiden. Hij is theoretisch natuurkundige, of zoals hij het zelf zegt ‘theoreet’ en heeft veel wetenschappelijke artikelen en boeken geschreven.
Toen hij in 2005 met emeritaat ging, schreef de Volkskrant: ‘Hij is een expert op het gebied van de evolutie van dubbelsterren, begenadigd docent, groot bestuurder en succesvolle regelneef – prof. Edward P.J. van den Heuvel van de Universiteit van Amsterdam heeft in binnen- en buitenland zijn sporen in de sterrenkunde verdiend. Hij is bij tal van grote projecten als (ruimte-)telescopen betrokken geweest als adviseur. Op zijn 65e verjaardag heeft hij nog steeds iets van de verlegen, enigszins onhandige jongen. Een bijzondere verzameling sterrenstof.’
Eds specialiteit is de ‘levensloop van sterren’, en dan vooral van de eindfasen daarvan (neutronensterren en zwarte gaten). En met nog altijd adviestaken bij grote telescoop- en ruimtetelescopen-projecten. Hij houdt zich nu vooral bezig met zwaartekrachtgolven van neutronensterren en zwarte gaten.
Ed was de drijvende kracht achter de oprichting van het Zeiss Planetarium, waarvan ik in februari 1982 deel werd, als lid van de programma-staf. Vanaf het begin gaf hij mij vertrouwen en later, toen ik zelf een reizend planetarium begon, steunde hij me waar hij kon. Die steun gaat nog altijd door, zoals in mijn cursus ‘Leer het heelal begrijpen’ steeds weer blijkt.
Van 2006 tot 2009 maakte ik de drie boeken die hij nauwgezet, en zelfs twee keer redigeerde (eerst de Word versie en de opgemaakte versie). En dat vaak in het vliegtuig naar California, waar hij onderzoek deed en waar zijn dochter woont. Over hulp op hoog niveau gesproken!
Later kreeg ik vaak privé colleges waar ik nog steeds erg trots op ben. Een voorbeeld was zijn kennismaking met mijn schaalmodel van Sterren, waarbij hij van wal stak vóórdat ik de camera had aangezet. Ik werkte al die informatie over de sterren in het Sterrenmodel, dat ik in mijn cursus gebruik, later uit.
Ik ken Ed sinds 1982, toen ik bij het programmateam van het Zeiss Planetarium Amsterdam kwam; Ed was de voorzitter van de stichting en later de directeur .
Prof. dr. Henny Lamers is ook een befaamd sterrenkundige en emeritus-hoogleraar ‘Astrofysica en Ruimte Onderzoek’ aan het Sterrenkundig Instituut van de Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoeksterrein bestrijkt vele facetten van ster-evolutie, sterwinden en massaverlies. De laatste jaren doet hij onderzoek met de Hubble Space Telescope naar sterhopen en botsende melkwegstelsels, en daar zal de informatie van de Webb Space Telescope inmiddels aan toegevoegd zijn.
Hij heeft honderden wetenschappelijke artikelen geschreven, gaf van 1974 tot zijn emeritaat in 2006 colleges aan de Universiteit Utrecht en het Utrecht University College (in 2003 door de studenten gekozen als de beste docent!), plus colleges in België, Frankrijk, Italië, USA, Brazilië, Chili en Korea. Verder was hij gasthoogleraar aan de Universiteiten van Colorado en Wisconsin, en in Seattle, en was hij ‘visiting scientist’ aan NASA’s Goddard Space Flight Center en het Hubble Space Telescope Institute in Baltimore. Hij blijft actief onderzoeker!
Henny is een jaartje jonger dan Ed van de Heuvel, waren naaste collega’s en kennen elkaar dus heel goed.
Henny is ook zeer actief in de popularisatie van de sterrenkunde. Hij gaf meer dan 800 populaire lezingen in binnen en buitenland, inclusief 8 lezingen tijdens een tocht op een raft door de Grand Canyon. Hij geeft colleges Hoger Onderwijs Voor Ouderen (HOVO) in Amsterdam, Utrecht en Nijmegen. Die worden door zijn cursisten zeer hoog gewaardeerd.
Zijn serie AstroBoekjes bracht mij in contact met hem. Ik vroeg hem in de nazomer van 2014 of hij, met mij, zijn AstroBoekje nr 3 ‘De oerknal en het uitdijend heelal: op zoek naar de oorsprong’ in de vorm te ‘gieten’ zoals mijn eigen boekjes – met veel illustraties en luxe drukwerk. Daar was hij wel voor in, en zo kwam eind 2015 ons boekje uit, met dezelfde titel maar aangevuld met de subtitel ‘Zoeken naar het begin van alles’. Ik heb daarvoor enkele inleidende hoofdstukjes geschreven, maar het echte wetenschappelijke verhaal is van hem. Het was erg leuk en leerzaam om met een professionele astronoom samen te werken!
Ons contact is sindsdien gebleven en ook hij geeft steeds weer met plezier de afsluitende les in mijn cursus ‘Leer het heelal begrijpen’, over datzelfde onderwerp, de Oerknal.